Voel, de wind waait

Klik hier om te vergroten...

1,95 x 2,40 m (hxb)

Bomen hebben me altijd gefascineerd; hun kracht, hun flexibiliteit, hun indrukwekkende hoogtes, hun diverse verschijningsvormen van stammen, basten, bladeren enz.
Toen ik enkele jaren geleden echter iemand hoorde, die als het ware met bomen communiceerde en ze regelmatig knuffelde, was dat voor mij een hele nieuwe benadering van omgaan met bomen. Ik had zoals zo velen wel vaak de rustgevende werking van een bos ervaren en me ook wel eens verwonderd dat antwoorden op bepaalde vraagstukken tijdens een boswandeling zomaar tot je kunnen komen, maar een werkelijk één op één contact met een boom was er nog niet van gekomen. Mijn nieuwsgierigheid was echter voldoende gewekt. Wat wist ik nu eigenlijk van deze grote zuurstofvoorzieners, behalve de contouren en kleuren van de diverse onderdelen.

Tijdens één van m’n vele wandelingen op Ballastplaat, een deel van Nationaal Park Lauwersmeer, trek ik de stoute schoenen aan en zoek een boom. Nog enigszins verlegen met deze nieuwe situatie en de angst om betrapt of bekeken te worden kies ik voor een afgelegen smal paadje en vindt daar zo’n drie meter van het pad een flinke berk. Een knik in de stam onderscheidt hem duidelijk van de rest, dit....wordt mijn knuffelboom.
Ik begeef me van het pad en word me bewust van het grote verschil in beleving van het bos. Wanneer je het pad volgt, volg je het pad. Het is zelfs mogelijk om je zo door je gedachten te laten leiden, dat je amper beseft waar je loopt. Als je het pad echter verlaat is daar haast automatisch een openstellen, een concentreren, alleen al vanuit het praktische oogpunt, dat je goed moet kijken waar je loopt. Hier lijken andere regels te gelden dan op het pad, hier gaan je zintuigen op scherp staan. Het dit-is-mijn bos-gevoel van het wandelen op de paden, maakt razendsnel plaats voor het gevoel een nietig kleine bezoeker te zijn in het land van deze woudreuzen.

Ik kom aan bij mijn boom en merk dat ik meerdere ongemakken moet overwinnen dan de angst betrapt te worden. Mijn broek heeft wijde pijpen en de bodem van het bos is flink bewoond, evenals de stam. Als zowel de minuscule bewoners als ikzelf over de grootste schrik heen zijn waag ik een poging om m’n armen om hem heen te slaan. Echt ontspannen lukt dat echter nog niet. Kriebelingen op armen en benen doen me terugdeinzen en wat onrustig om me heen slaan. Even later probeer ik het nog een keer. Met m’n armen voorzichtig om hem heen geklemd en m’n hoofd tegen de stam genesteld openbaart zich een wereld van de boom die ik niet kende. Een lichte bries heeft de kop op gestoken en door de stam voel ik het wiegen van de veel hoger gelegen kruin. En zo staan we daar eventjes, samen wiegend. Dan komt de onrust terug en is het gebeurd. Het moment heeft echter een grote indruk achter gelaten. Een indruk die me aanmoedigt om met minder vrees de wereld van concepten plaats te laten maken voor de wereld van ervaren.....

Een tijdje later kom ik de volgende tekst van Krishnamurti tegen:

“Wanneer je een boom bekijkt en bij jezelf zegt, dat is een eik, of, dat is een baniaan- besef je dan dat zulke woorden uit het domein van de botanica je geest meteen conditioneren tot een scherm tussen jou en je waarneming van de boom? Wil je echt weten wat de boom is, raak hem dan aan. Een woord helpt je daarbij niet.”