Sporen
Onze paar dagen Antwerpen zitten erop. We waren te gast in een prachtig appartement waar aan alles leek te zijn gedacht. Zo warm, zo compleet, zo comfortabel en zo vol liefde en met oog voor detail ingericht. Zelden heb ik me zo snel thuis gevoeld op een plek buitenshuis waar ik de nacht door ging brengen. Vaak voelde de inrichting onlogisch of te doorleefd, was er een bepaalde doordringende geur of sprake van een kille soberheid. Dit appartement ademde een harmonieuze sfeer uit en voelde als een comfortabele jas, warm en vertrouwd, vanaf de eerste entree.
Nu we op het punt staan dit bijzondere pand met haar roomwitte en grijze tinten en veel natuurlijke materialen te verlaten, wil ik uit dankbaarheid zo min mogelijk sporen van onze korte aanwezigheid nalaten en extra m’n best doen om het appartement weer in een soortgelijke staat terug te brengen als dat we het aantroffen. Ik herinner me wat er op de verschillende tafeltjes lag of stond en besteed aandacht aan de plek van de kruiden en de fruitmand. Ik vouw het beddengoed zorgvuldig, herschik de kussentjes met het hoge aaibaarheids-gehalte op de bank, trek de kleden recht en verplaats de kaarsjes.
Ik merk dat bij partnerlief op de een of andere wijze exact dezelfde behoefte bestaat. Ook hij lijkt gevangen in het geen-sporen-nalaten-gevoel. Hij heeft zich terug getrokken in de badkamer, poetst met zorg het flesje waaruit hij badschuim heeft gebruikt en laat het na een aantal dagen van gebruik en willekeurige plaatsing zijn oorspronkelijke plekje in het kastje weer in nemen.
Tijdens mijn laatste vegen met het vaatdoekje over het aanrecht vraag ik me af, hoe de wereld er uit zou zien als we de aarde net zo zouden zien als dit appartement en haar net zo zouden behandelen als deze plek. Als we ons bewuster zouden zijn van ons te-gast-zijn, bewuster van het gegeven dat we een plek tijdelijk in bruikleen hebben. Een plek die nagenoeg perfect is, voelt als een comfortabele jas en die we met zorg willen behandelen en na willen laten voor een volgende die komen gaat.
Er zijn vele natuurvolkeren die reeds eeuwenlang vanuit dit bewustzijn leven. In onze westerse maatschappij wil het echter maar niet doordringen. We hebben met elkaar de illusie geschapen dat we niet voor niets op deze aarde zijn. Anoniem in harmonie leven met de aarde en haar volledig leren kennen is voor ons onvoldoende. We denken als individuen verschil te kunnen maken en de aarde of diens bewoners iets te bieden te hebben. We willen iets toevoegen, dienen haar te perfectioneren, het liefst met egostrelende naamsvermelding, en zien onszelf daardoor als een groter geschenk dan de aarde zelf. Zolang we dat waanbeeld koesteren en blind blijven voor het gegeven dat we reeds een, tijdelijk, onderdeel zijn van de perfectie en verbondenheid van het leven op Moeder Aarde, zullen we haar blijven lastig vallen en vernietigen met onze ‘goedbedoelde’ sporen.
Ik zet nog wat stoelen recht en schrijf ter afsluiting een paar lovende woorden van dank in het gastenboek. Dan pakken we onze rugzakken, blikken nog eenmaal rond, sluiten geruisloos de deur en werpen, zoals afgesproken, de sleutel door de brievenbus.