Slakkengang

Klik hier om te vergroten...

1,85 x 2,35 m (hxb)

Zo’n 15 jaar geleden verhuisden we naar ons huidige huis. M’n eerste huis met een tuin in plaats van een balkon, een tuin met slakken. De huisjesslak kende ik van de straat, van het park of van de camping en ik heb ze ik in mijn beleving altijd bijzonder gevonden, zo’n wezentje dat de lust geniet en de last draagt van een immer aanwezig en mee te dragen thuis.
Nooit eerder werd ik echter zo duidelijk geconfronteerd met hun eetgewoontes. In periodes met de juiste vochtigheidsgraad kwamen ze, samen met hun huisloze soortgenoten, in grote getale te voorschijn en vraten zonder enige moeite m’n favoriete planten tot op de nerven toe kaal. Dat kwam m’n liefde voor de huisjesslak niet ten goede en de toch al minder rooskleurige visie op z’n glibberige soortgenoot werd nog eens drastisch bijgesteld, met alle gevolgen van dien. De eersten werden door mij uit de tuin opgepakt en met een ferme doch zwierige gooi enkele meters verder geplaatst. Met de naaktslakken, minder makkelijk pakbaar, maakte ik korte metten met behulp van felgekleurde slakkenkorrels, ‘succes’ verzekerd.

In de afgelopen jaren van meer stilstaan, leven in aandacht en mooie onaangetaste bladeren van m’n tuinplanten, rees de vraag echter wat er met de weggeworpen slakken zou zijn gebeurd en ook de slijmsporen na het gebruik van slakkenkorrels, die eerder snel werden weg geharkt omdat het zo’n lelijk gezicht was, kon ik niet langer negeren.
Een gevolg was dat de slakken vanaf dat moment liefdevol werden verplaatst, door middel van een zachte hand die ze voorzichtig oppakte en naar een plek bracht waar ze zich, het liefst buiten m’n tuin, wel naar hartelust vol konden eten.

Inmiddels, weer wat jaren verder, zet ik ze niet eens meer uit m’n tuin, maar verplaats ik ze alleen nog van de paden naar de planten in de tuin om te voorkomen dat iemand op ze stapt op een onbewaakt ogenblik. En het gekke is dat m’n planten er niet onder te lijden lijken te hebben. Sterker nog, ze zien er beter uit dan in menig slakkenkorrel-jaar!
Deze nieuwe slakkenhouding heeft me in de ban, misschien wel een tikkie teveel, want ik ga bij vlagen ook door op de smalle fietspaden tijdens m’n wandelingen rond het dorp en ook in andermans tuinen als ik de gelegenheid zie.

Laatst nog was er zo’n gelegenheid bij een familie-visite. Vanuit hun woonkamer hadden we zicht op een prachtige tuin met daarin een overdosis aan leuke bodembedekker. Op mijn vraag of ik misschien een stekje kon krijgen, ging de tuindeur gastvrij open en een onzichtbare wereld van net achter het raam openbaarde zich razendsnel. Voor me strekte zich zo’n vijftien meter smal tegelpad uit en een soortgelijk aantal huisjesslakken daarop. Ik had acuut spijt van m’n vraag, maar wist dat er geen weg terug was. In een flits dienden zich diverse gedachten aan; op m’n knieën gaan slakkenrapen voor het vierkoppige, oftewel achtvoetige, gezelschap aan, op goed geluk gewoon maar gaan of de rest van de menigte wijzen op de slakken. Ik begon met de eerste optie, maar de slak leek wel aan het tegelpad vastgeketend, of was het m’n ego, en ik durfde niet meer kracht te zetten. Overgaan op de verbale waarschuwing dan maar, waarbij de rest van het gezelschap zich toch echt af begon te vragen wat ik in godsnaam heb met slakken, die vieze beesten. Ze gingen verder hun gang en liepen ongestoord verder. Het knarsende geluid van het vertrappen van een eerste slak door een van m’n medewandelaars ging me door merg en been, ik kon wel janken, m’n ademhaling werd onrustig, m’n oren leken verdoofd en m’n blik vertroebeld. De tocht naar het einde van de tuin, waar het schepje lag om het stekje mee los te steken, leek enorm. Ik hoorde amper wat ze zeiden, zag alleen voeten, centimeters en slakken. In een laatste poging om wat minder verkrampt met de slakken bezig te zijn en wat bewuster deel te nemen aan het sociale proces deed ik een stapje opzij richting frambozenstruik....een zacht knisperen schudde me wakker.