Als een kip zonder kop

Samen met mijn partner run ik een toeristisch bedrijf, met als specialiteit ‘thee‘. In het winkeldeel van ons bedrijf diende zich vanochtend een klant aan die een promotiecampagne aan het opzetten was voor zijn makkelijk stapelbare kratjes. Onder de noemer ‘mogen we bij u op de thee komen om ons produkt te presenteren’, was hij van plan om potentiële klanten een goed gevuld kratje toe te zenden als spraakmakende binnenkomer. De inhoud van het kratje, het moge duidelijk zijn, moest bestaan uit vele thee-gerelateerde produkten.

Wij staan altijd open voor zulke acties en ook nu beginnen we enthousiast mee te denken over mogelijkheden, aankleding, kleur, thema enz. Halverwege dit proces informeert de man ons over de doelgroep van zijn nieuwe produkt; kippenslachterijen. Op de automatische piloot ga ik nog even verder, maar er lijkt ineens een waas van twijfel over deze leuke promotiecampagne te vallen. In het kratje waar nu een gezellige kippentheepot in rust, met lekkere koekjes en feestelijk ogende thee zullen straks kippenlijkjes, geheel of gedeeltelijk in worden getransporteerd. Nog even ligt de vraag op m’n lippen of de aan te schrijven slachterijen van biologische aard zullen zijn, maar iets houdt me tegen....of weet het antwoord al.

In diezelfde waas herinner ik me verhalen van oude werknemers, die voor een extra zakcentje en de ‘leuke’ activiteit wel eens slachtklare kippen of kuikens gingen vangen. Het vangen vond hoofdzakelijk ‘s nachts plaats als de kippen in ruste waren. Met een man of tien gingen ze dan een grote schuur binnen. Vervolgens werden alle kippen in een hoek gedreven en begon de klopjacht. De opdracht was, en is waarschijnlijk nog steeds, om zo snel mogelijk zoveel mogelijk kippen in kratten te stoppen, zonder dat het er toe deed hoe je de kip letterlijk en figuurlijk te pakken zou nemen. Aan een vleugel, de kop, een poot, alles was geoorloofd. Het waren van die verhalen, waar je huiverend naar luisterde en moeite had om mee te gaan in het enthousiasme van de verteller, om over het minstens zo stressvolle vervolg nog maar te zwijgen. Het zijn van die verhalen die ertoe hebben bijgedragen dat ik, net als zo vele, vegetariër ben geworden en ons bedrijf zich steeds verder is gaan biologiseren.

Nadat de man de winkel uit is gelopen met een voorbeeldexemplaar ontstaat bij ons intern discussie. Het is altijd leuk als iemand onze produkten als blikvanger wil gebruiken in de promotie van een artikel, maar wat als dat artikel onderdeel zal zijn van een traject waar je zelf niet achter kunt staan? Moeten we bedanken voor de opdracht? En in hoeverre is dit te vergelijken met het in dienst hebben gehad van een medewerker die niet terugdeinsde voor de kippenvang-activiteiten? En in hoeveel gevallen weten we überhaupt waar ons produkt voor wordt ingezet en door wie het wordt gebruikt? Of waar het exact vandaan komt en wie er allemaal aan meewerken en onder wat voor omstandigheden? Wie zijn wij om de activiteiten van een ander te veroordelen? En als we goed kijken, zijn we zelf dan eigenlijk wel een haar beter, of handelen we bij tijd en wijle ook als kippen zonder kop en dienen intenties van onszelf ook eens beter onder de loep te worden genomen? En als er binnen onze organisatie zuivere intenties zijn, herkennen we die dan ook voldoende, ondersteunen we ze goed en maken we er dan voldoende prioriteit van of zijn we te afwachtend?

Halverwege de middag belt de krattenman voor het bevestigen van de opdracht. We zeggen blij te zijn met de opdracht en spreken een levertijd af. Ik heb nog geen antwoord op m’n vragen, maar weet wel dat ik dankbaar ben voor de aanwezigheid van deze man vandaag, omdat ie me heeft aangemoedigd mezelf vragen te blijven stellen......